De afgelopen weken was op de radio een spotje te horen van Peugeot Bedrijfsauto’s. Misschien heeft u het gehoord: een Peugeot maakt van een stukadoor een ‘wandgrimeur’, van een loodgieter een ‘constructeur sanitaire’ en van een bezorger een ‘logistiek expediteur’. Vervolgens worden de specificaties van het betreffende model bedrijfswagen genoemd. Het gaat hier tenslotte wel om een ‘Pack Pro Edition’, met ‘Sidebars’ en een aantrekkelijk ‘Financial Lease’ tarief. U moet het eigenlijk horen! Want deze radiospot is een fraaie mix van Frans, Engels en Nederlands.
Nu is de autoterminologie in Nederland vrijwel geheel verengelst: zonder metallic lak en cruise control kom je er tegenwoordig niet meer, en automatic climate control of op z’n minst airconditioning hoort er ook bij. Bij sommige automerken kun je dan ook nog voor twinscroll-turbo, active integral steering en kleptiming kiezen. Dus dat de technische termen die in zo’n radiospot worden gebezigd uit het Engels komen, mag geen verbazing wekken.
Vroeger was dat anders, in de tijd dat carrosserie, carburateur en claxon nog essentiële onderdelen van een auto waren. Het woord occasion werd ook nog weleens op z’n Frans uitgesproken. Franse auto’s waren herkenbaar als Deux Chevaux, Dyane of Snoek, en eigenaren van zo’n auto reden er in de zomer met een slakkengangetje van 75 kilometer per uur mee naar Frankrijk om aldaar van het zuidelijke leven te gaan genieten. In de loop der jaren zijn er heel wat merken bijgekomen, ook uit het Verre Oosten, en is de Franse terminologie nogal ondergesneeuwd geraakt.
Opvallend is dat technische termen uit het Duits in onze taal geheel ontbreken, terwijl zo’n 30% van ons wagenpark (ca. 2,5 miljoen van de ruim 8 miljoen auto’s in Nederland, gegevens BOVAG 2013) van Duitse makelij is. Hoe zou het toch komen dat wij nooit hebben leren spreken over Stoßdämpfer, Diebstahlalarmanlagen, Bremsschläuche en Kupplung, terwijl die Engelse termen een rotsvast fundament onder ons technisch autotaalgebruik lijken te vormen?
Het zal de Zeitgeist wel zijn. Marketingmensen bombarderen ons met Engels, in veel bedrijven tel je niet mee als je je Engelse managementterminologie niet up-to-date hebt, en ook Libelle kan het niet laten om haar nieuwe opleidingscentrum de ‘Libelle Academy’ te noemen. Geen wonder dat het vooral opvalt dat in het radiospotje van Peugeot wat Franse woorden figureren, en dat de Engelse woorden al niet meer bevreemden. Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om zoveel mogelijk Nederlandse woorden te gebruiken in het Nederlands. Klinkt dat gek?
Taaltype tipt: de Nederlandse taal is prachtig! Geniet, en gebruik haar mateloos!