Vandaag verschenen twee krantenartikelen waarin het ging over reuzen. Beide artikelen stonden in het economiekatern, en gingen dan ook niet over sprookjesfiguren maar over bijzonder grote bedrijven. We hadden natuurlijk al de staalreus Tata Staal en de bierreus AB InBev, en ook zullen veel lezers weleens gehoord hebben van de energiereus RWE of de supermarktreus Ahold*. Al deze reuzen zijn internationale bedrijven die tot stand kwamen na het opkopen en inlijven van wat bedrijfjes hier en daar.
De twee reuzen die vandaag in het nieuws kwamen, zijn reuzen waar je je direct iets bij kunt voorstellen: een loterijreus en een koffiereus. Die loterijreus is natuurlijk gewoon een heel erg grote en domme figuur, want meedoen aan een loterij is behoorlijk dom als je berekent hoe klein de kans is dat je in een loterij iets wint**. En als twee loterijbedrijven gaan fuseren, kun je er vanuit gaan dat die alleen maar nog méér winst willen maken dan ze al doen met hun afzonderlijke verkoop van al die lootjes. (Het grappige is natuurlijk dat mensen tegenwoordig niet eens meer een lootje krijgen: de loterijbedrijven maken het de mensen makkelijk door gewoon het geld af te schrijven van hun bankrekeningen – geen lootjes meer nodig!) Voor de mensen die denken dat loterijen vooral goede doelen steunen: sinds 2004 is het percentage van de opbrengst uit loterijen dat wordt uitgekeerd aan goede doelen al verlaagd van 60% naar 40% van de omzet.
Het gebruik van het woord ‘reus’ als metafoor voor een grote multinational lijkt de afgelopen jaren sterk in opkomst. Het is natuurlijk ook een handig want lekker kort woord voor een titel of een inleiding. En in het geval van de koffiereus werkt de metafoor prima: ik zie een heel grote, wat dikkige man voor me die een lekker kopje ristretto espresso drinkt……..
*Alle genoemde voorbeelden komen uit het Financieel Dagblad en/of NRC.
** Lees bijvoorbeeld het interessante artikel van http://kassa.vara.nl/nieuws/hoe-groter-de-prijs-hoe-kleiner-de-winkans, geschreven met medewerking van statisticus Ruud Koning (2013).