Meteen naar de inhoud

Duizend woorden voor sneeuw

Dat Inuit wel duizend woorden voor sneeuw hebben, is een verhaal in de categorie ‘Broodje Aap’. De talen van Inuit en Samen (voorheen de ‘Lappen’) bevatten veel combinaties van woorddelen die kunnen specificeren of sneeuw nat dan wel droog is, en groot- of kleinvlokkig. Ook schijnt het belangrijk te zijn of sneeuw op de grond snel inzakt onder rendierhoeven of niet, dus daar zijn ook woorden voor. Maar dat er duizend verschillende woorden voor sneeuw zijn is een mythe, het zijn er hooguit enkele tientallen.

Maar wij dan? Er bestaan eigenlijk veel meer Nederlandse woorden voor sneeuw dan menigeen weet, maar dat zijn vooral woorden uit onze dialecten. Het prachtige ‘Stellingwarfs’ woordenboek (zie ook blogpost van 20 november 2012), een mooie verzameling Nedersaksische woorden en uitdrukkingen, vermeldt een flink aantal woorden voor vallende sneeuw in allerlei vormen. Dikke, vette vlokken noemt men gewoon sni’j. Maar juist voor een neerslag van fijne, lichte sneeuw zijn verschillende namen:
– grommen/grommelen (motsneeuw)
– koddelen (langzaam dwarrelend)
– krokken/kroppen/krotten (droog, verbrokkelend)
– kwakkelen (nat)
– miggelen (bij mist en nevel)
– schrokken
Het lijkt mij leuk om deze woorden te gaan gebruiken, voor de afwisseling èn omdat het de taal verrijkt.
‘Heeft het bij jullie ook zo gemiggeld?’ ’Nou, hier krotte het vanochtend nog!’ ’Maar morgen gaat het weer grommen!’ ’Dat wordt kwakkelen…’

Handig is ook dat er een reeks woorden is om de klont sneeuw te beschrijven die onder je klomp blijft plakken:
– blaster
– bongel
– klosse
– prakke
Wat Taaltype betreft krijg je de vrijheid om deze woorden ook te gebruiken voor klonten sneeuw onder je gewone schoen!

Foto: Wouter Ubbink

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *